De Dynamische Driehoek

Hoe kunnen we echt goed ‘in de driehoek’ werken: kinderen centraal, en daaromheen goed samenwerken tussen ouders, school  en jeugdhulp en/of jeugdgezondheid? Deze vraag stond centraal in het deelproject ‘de Dynamische Driehoek’ van de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd (RKJ) Noord-Veluwe. Binnen dit project zijn op een aantal basisscholen leergemeenschappen gevormd, om samen te leren hoe je beter wordt in het werken in de driehoek oftewel: ‘driehoekskunde’!

Driehoekskunde?

‘Driehoekskunde'  of ‘werken in de driehoek’ gaat over hoe je beter samenwerkt tussen hulpverlening, ‘cliënt’ en diens omgeving. Wij passen het toe op de driehoek gezin, school en jeugdhulp. ‘Driehoekskunde’ is een mix van praktijkkennis, professionele vakkennis en wetenschappelijke inzichten. Maar het is vooral: gebruikmaken van elkaars expertise en ervaring en samen gáán voor betere ondersteuning van kinderen. En dat in gelijkwaardigheid: de drie punten van de driehoek zijn allemaal even belangrijk.

Leergemeenschappen

Binnen het project zijn leergemeenschappen gevormd, met daarin ouders, leerkrachten, intern begeleiders en betrokken professionals uit de jeugdhulp. De leergemeenschap had als doel om in samenwerking te leren verbeteringen door te voeren in de praktijk. Dat betekende dat ze in de praktijk gewoon verder gingen met hun werk. En intussen kwamen ze een paar keer per jaar bij elkaar. Hun leerproces werd begeleid door een procesbegeleider en onderzoeker. Dit deden ze samen:

Fase 1. Vraagstuk

In een bijeenkomst bepaalt de leergemeenschap aan welk vraagstuk ze precies willen werken, wat ze er samen al over weten en wat ze verder samen willen leren. Ze bespreken of ze daarvoor met de juiste mensen om tafel zitten. Als er nog meer mensen nodig zijn voor het vraagstuk, nodigen ze die uit om ook mee te doen.

Fase 2. Werkprincipes

In een volgende bijeenkomst besluiten ze welke ‘werkprincipes’ ze nodig hebben om beter samen aan dat vraagstuk te werken in de driehoek. Dat kunnen nieuwe afspraken zijn, of een bepaalde methode die ze samen kiezen, of bepaalde veranderingen in de organisatie(s). Om deze werkprincipes goed uit te denken, kunnen ze een beroep doen op experts van de betrokken hogescholen of bijvoorbeeld het Nederlands Jeugdinstituut.

Fase 3. Actie

De leergemeenschap gaat vervolgens een aantal weken of maanden in de praktijk aan de slag en probeert zo goed mogelijk de werkprincipes toe te passen. De onderzoeker doet onderzoek naar de ervaringen van ouders, kinderen en andere betrokkenen.

Fase 4. Reflecteren

De leergemeenschap komt weer samen. In deze bijeenkomst bespreken ze de eigen praktijkervaring uit de ‘actie’-fase en de resultaten van het onderzoek. Ze bespreken wat ze hiervan leren en of er dingen anders moeten. Afspraken worden vastgelegd. Wat ze leren, wisselen ze ook uit met de andere leergemeenschappen die meedoen in dit project ‘de dynamische driehoek’: wat werkte bij jullie goed? Welke oplossingen hebben jullie gevonden? Zo willen we ook in de regio leren om beter te worden in ‘driehoekskunde’.

Samengevat waren er gemiddeld drie bijeenkomsten van de leergemeenschap, of als de groep het zelf nodig vond, meer dan drie.  Aan het eind van fase 4 beslist de leergemeenschap of ze weer een nieuw vraagstuk samen wilden oppakken in het nieuwe schooljaar. Dan begonnen ze weer met een nieuwe ‘fase 1’.

Wat levert het op om mee te doen aan een leergemeenschap?

Waar we het natuurlijk voor doen: dat we goed samenwerken om kinderen zo goed mogelijk te laten opgroeien en ontwikkelen!

  • Leren van elkaar: wat werkt er goed en wat kan er beter in de samenwerking?
  • Elkaar beter leren kennen en gebruikmaken van elkaars expertise.
  • Mogelijk nieuwe methodieken of werkwijzen.
  • Feedback uit onderzoek, met name naar ervaringen van ouders en kinderen.
  • Leren hoe je samen leert
  • Een jaarlijkse rapportage met onderzoeksresultaten en de gezamenlijke opbrengst.
  • Mogelijkheden om deel te nemen aan andere regionale bijeenkomsten die bijdragen aan betere ‘driehoekskunde’.

Wat kost het om mee te doen aan een leergemeenschap?

  • Drie keer per jaar een bijeenkomst van twee tot drie uur; hiervoor kan een vergoeding van onkosten en tijd van de deelnemers uit de subsidie worden betaald;
  • Bereidheid om naar elkaar te luisteren en om samen tot overeenstemming te komen over wat er nodig is om beter te worden in ‘driehoekskunde’;
  • Commitment om met de werkprincipes die worden bedacht in de leergemeenschap daadwerkelijk aan de slag te gaan in de praktijk;
  • Medewerking aan onderzoek naar wat in elk geval ouders en kinderen vinden van hoe het gaat in de praktijk

Lees meer

Wij vinden het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen gebruik kunnen maken van deze website. Onze publicaties uit het verleden voldoen helaas niet allemaal aan de eisen van digitoegankelijkheid. Is een publicatie voor jou niet toegankelijk, stuur dan een e-mail. Dan helpen wij jou verder.

Project status
Afgerond
Onderzoeksdatum
8/1/25
Contactperson(en)
Myriam van TolMyriam van Tol
Myriam van Tol
Coördinator Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Noord-Veluwe
m.vantol@ggdnog.nl